De referentieverpleegkundigen pijn: onmisbare spelers in het ziekenhuis
In het kader van de campagne 'Word referentieverpleegkundige pijn' die wordt georganiseerd door de afdeling Algologie van het H.U.B. legt Geneviève Philippe, gespecialiseerd klinisch verpleegkundige, het belang uit van deze rol en van een optimale zorg voor patiënten met pijn.

De kennis over pijnbestrijding doorgeven aan de teams
De referentieverpleegkundigen pijn hebben verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Ze zijn verantwoordelijk voor het verzamelen van informatie om die door te geven aan alle medewerkers op hun dienst. We rekenen ook op hen om de medische en paramedische teams bewust te maken van de goede praktijken voor de zorg voor patiënten met pijn wat betreft de evaluatie van de pijn, de aan te bevelen behandeling, de toedieningsmethode voor de behandeling en ook, indien nodig, een herziening van de behandeling. We bezorgen hen de hulpmiddelen, het informatiemateriaal en de opleidingen die ze kunnen aanbieden aan hun dienst. Tot slot kunnen de referentieverpleegkundigen pijn met een echte interesse in de ontwikkelingen wat betreft pijnbestrijding deelnemen aan seminars en de wetenschappelijke literatuur raadplegen om hun expertise op peil te houden.
Een vereiste van het ziekenhuis
“We hebben bij het H.U.B op dit moment een tekort aan referentieverpleegkundigen pijn. Idealiter zou er een moeten zijn op elke dienst van onze verschillende instellingen. Vandaag hebben we er echter slechts 25. We hebben er drie keer zoveel nodig!”
Het is nochtans een vereiste van het ziekenhuis. Daarom lanceert het team van de afdeling Algologie de campagne 'Word referentieverpleegkundige pijn', in de hoop voldoende referentieverpleegkundigen pijn te werven op alle H.U.B.-sites.
Afgezien van het wettelijke aspect is het sowieso aangewezen om op elke dienst personeel te hebben dat gespecialiseerd is in pijnbestrijding. Pijn is uiteraard niet op alle diensten in dezelfde mate aanwezig, maar in het belang van de patiënten én de zorgverleners moet er wel overal optimaal mee worden omgegaan.
Naar een echte cultuur van pijnbestrijding
“Er is een 'pijncultuur' in de zin dat we ons concentreren op acute en chronische pijn op het moment dat die zich voordoet, in plaats van te proberen anticiperen op bepaalde soorten pijn die misschien minder intens zijn, maar die de patiënt op lange termijn echt ongemak kunnen bezorgen”
Bij een biopsie verwachten we bijvoorbeeld dat de patiënt na de procedure wat pijn heeft. Als er niet op die pijn wordt geanticipeerd, kan die later alsnog optreden en kan er een nieuwe behoefte van de patiënt ontstaan die een sterkere behandeling vereist. De pijndrempel verschilt uiteraard van persoon tot persoon.
Het is ook belangrijk om te letten op het vermogen van de patiënt om zijn pijn te uiten. Het is niet omdat hij niets zegt, dat hij niet lijdt. Jonge kinderen, ouderen of mensen met een beperking die niet (meer) over de nodige communicatievaardigheden beschikken, kunnen verlichting nodig hebben. Bepaalde signalen, zoals de lichaamshouding of medische parameters, of bepaald gedrag, zoals kreunen of een vertrokken gezicht, kunnen erop wijzen dat er iets mis is.
Bepaalde soorten pijn bij ouderen, zoals artrosepijn, worden vaak als 'normaal' beschouwd terwijl er eigenlijk een betere verlichting van die pijn mogelijk is. Dankzij pijnbestrijding kunnen deze patiënten voldoende mobiliteit behouden, gestimuleerd worden, hun fysieke en mentale conditie verbeteren en vooral hun autonomie zoveel mogelijk behouden. Vanuit dat perspectief is het duidelijk dat zowel de patiënt als zijn naasten en zorgverleners baat hebben bij de pijnbestrijding.
Essentiële expertise en impact
De rol van referentieverpleegkundige pijn is geen bijkomende functie, maar een rol die volledig is geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. Het doel is om de zorg voor patiënten te optimaliseren en, dankzij specifieke expertise en kennis, verlichting te kunnen bieden.
“Het lijden van iemand verlichten en bij uitbreiding zijn aandacht, slaap, humeur, voeding enz. verbeteren, geeft veel voldoening en wordt zeer gewaardeerd door de patiënt en zijn naasten.”