Schizofrenie: een complexe aandoening met meerdere vormen

Ter gelegenheid van de Wereldschizofreniedag heeft prof. Pierre Oswald, directeur van de dienst Psychiatrie van het H.U.B., het over de manier waarop deze aandoening wordt gedefinieerd, waargenomen en vooral behandeld.

Femme dédoublée en 3 couleurs (vert, jaune, rouge), Journée Mondiale de la Schizophrénie - Hôpital Universitaire de Bruxelles

Hoe wordt schizofrenie gedefinieerd?

Schizofrenie is een psychiatrische aandoening die de waarneming, de gedachten, de emoties en het gedrag beïnvloedt. Het is geen chronische aandoening, maar eerder een globale, veelzijdige, proteïsche aandoening die de patiënt op verschillende manieren beïnvloedt. 

Bij sommige patiënten kan ze zich manifesteren wanneer de persoon het moeilijk heeft om om te gaan met bepaalde dagelijkse verplichtingen, om behoeften, projecten of een levensideaal te verwezenlijken of om specifieke doelen te bereiken. 

Anderen ervaren psychotische episoden waarin de band van de patiënt met de werkelijkheid volledig disfunctioneel wordt. 

Bij sommige personen kan de aandoening heel langdurig zijn, met voorbijgaande problemen met concentratie, aandacht, oriëntatie en soms hallucinaties of waanvoorstellingen. 
 

“Wat belangrijk is om te onthouden over schizofrenie is het begrip fluctuatie. Bij sommige patiënten is er een progressieve verslechtering van de ziekte.”


Voor psychotische episodes kan het gaan om een eenmalige episode, waarna stabiliteit in de realiteitsbeleving en een relatief normale organisatie van de dagelijkse activiteiten mogelijk blijft.

Is er één schizofrenie of zijn er meerdere vormen?

Er zijn verschillende soorten schizofrenie. We praten over deze aandoening in algemene termen om de communicatie tussen zorgverleners en met patiënten eenvoudig en duidelijk te houden.

Als we gedetailleerder gaan kijken, zien we dat er een schizofreniespectrum is met verschillende vormen:

  • vormen met één langdurige episode (6 maanden);
  • vormen met 'negatieve' symptomen die de aandacht, de concentratie, de motivatie en het vermogen van de patiënt om 'in actie te schieten' beïnvloeden;
  • vormen met andere 'positieve' symptomen, met waanvoorstellingen en hallucinaties die een impact hebben op het dagelijks leven van de patiënt.

Sommige patiënten blijven hun hele leven stabiel. Andere patiënten ervaren voorbijgaande 'negatieve' of 'positieve' episoden van wisselende ernst.

Hoe kunnen we herkennen welke vorm van schizofrenie een patiënt heeft?

Een precieze diagnose van de vorm van schizofrenie waaraan de patiënt lijdt, vereist een nauwgezette analyse door de arts. Ons enige diagnostische hulpmiddel is een mentaal onderzoek in de vorm van een gesprek. We kunnen nog steeds niets afleiden uit biologische indicatoren of medische beeldvorming. We stellen een hele reeks vragen, aan de patiënt en indien mogelijk aan zijn omgeving, over zijn ontwikkeling, zijn verleden en zijn vermogen om zich al dan niet aan te passen aan zijn omgeving. Ons doel is om genoeg informatie en gegevens te verzamelen die we kunnen interpreteren om een diagnose te stellen. 

Image
entretien psy

Welke behandeling biedt het H.U.B. aan patiënten met (vermoede) schizofrenie?

Voor langdurige schizofrenie is de behandeling voornamelijk gebaseerd op de behoeften van de persoon. Bij een aandoening die zo complex en veelzijdig is als schizofrenie kan de behandeling gaan van een reorganisatie van het dagelijks leven (met functionele ondersteuning, ergotherapie en de mogelijkheid om bijvoorbeeld naar een dagcentrum te gaan) tot cognitieve remediatie om bijvoorbeeld het concentratievermogen te verbeteren.

In crisissituaties kunnen mensen met schizofrenie het moeilijk hebben om een onderscheid te maken tussen werkelijkheid en fantasie. De band met de werkelijkheid is soms zo problematisch dat wij, en niet de patiënt, moeten bepalen welke behoeften er moeten worden aangepakt. Dat kan medicatie omvatten om de symptomen te verminderen, psychotherapeutische gesprekken of psycho-educatie.

Kortom, een hele reeks behandelingen om een einde te maken aan de crisis en patiënten in staat te stellen om geleidelijk hun verantwoordelijkheden weer in handen te nemen, volledig autonoom, en hun eigen behoeften te bepalen.

Image
homme assis sur son lit regarde à travers sa fenêtre

Patiënten toelaten om keuzes te maken, betekent hen de middelen geven die ze nodig hebben om zich beter te concentreren, helderder na te denken en niet te veel beïnvloed te worden door hun symptomen. In die context is het concept herstel belangrijk. Het betekent niet dat we een vroegere situatie herstellen, maar dat we de persoon de kans geven om levensdoelen te bepalen die hij zelf heeft gekozen.

 

Aangezien de meeste schizofreniepatiënten gedwongen worden opgenomen, moet er veel voorbereidend werk met hen gebeuren voordat hun behoeften kunnen worden besproken. We moeten eerst een therapeutische alliantie vormen, want in het begin wil de patiënt hier per definitie niet zijn en staat hij nergens voor open. Om die band op te bouwen, moeten we een dialoog en communicatie tot stand brengen zodat we gemeenschappelijke doelstellingen kunnen stellen, hoe beperkt die misschien ook zijn (zoals een lunch of een uitstapje). Die alliantie is nodig opdat de patiënt vervolgens bereid is om samen na te denken over zijn behoeften, doelen en waarden en waarop hij zich wil focussen in het dagelijks leven.

 

"Het woord 'beperking' moet hier ook aan bod komen, want schizofrenie is een aandoening die zich kan manifesteren bij mensen met een beperking en ook daar moeten we behandelen. Dat wordt overigens ook benadrukt in het Handvest van de Verenigde Naties voor chronische ziekten in de geestelijke gezondheid."

 

Vroege opsporing en interventie: een cruciale uitdaging

Image
jeune fille pull jaune tête dans les genoux, triste

Een eerste psychotische episode (PEP) treedt meestal op tijdens de adolescentie of het vroege volwassen leven. Dit is een cruciale fase waarin een snelle en aangepaste aanpak een groot verschil kan maken. Er zijn modellen voor vroegtijdige interventie ontwikkeld om jongeren en hun naasten intensieve begeleiding te bieden. Het doel is om het risico op de ontwikkeling van langdurige psychiatrische stoornissen, zoals schizofrenie, te verkleinen door in te grijpen bij de eerste tekenen.

Een andere benadering richt zich op de vroege opsporing van waarschuwingssignalen. Sommige jongeren vertonen milde symptomen of een verhoogde kwetsbaarheid, vaak gepaard met een verstoring van hun dagelijks functioneren (schoolproblemen, sociaal isolement, enz.). In deze gevallen is secundaire preventie mogelijk: door beschermende en veerkrachtbevorderende factoren te versterken, kan het risico op het ontstaan van een PEP en/of een vastgestelde psychiatrische stoornis worden beperkt.

In ons ziekenhuis is het ZELIG-centrum toegewijd aan deze missie. Geïntegreerd binnen de dienst kinder- en jeugdpsychiatrie en in nauwe samenwerking met de volwassenenpsychiatrie, begeleidt het jongeren van 12 tot 21 jaar met gespecialiseerde en gepersonaliseerde zorg. Deze aanpak bevordert de continuïteit van zorg en een vlotte overgang naar de volwassenheid, een cruciale factor voor het verbeteren van de levensloop van jonge patiënten.

Welke projecten heeft het ziekenhuis om het begrip en de behandeling van deze aandoening te verbeteren?

We willen de subgroepen van het schizofreniespectrum beter definiëren. Daarvoor moeten we door het opsporen van oxidatieve stress bij gediagnosticeerde patiënten bepalen welke patiënten meer overeenkomen met een vorm van chronische en degeneratieve verslechtering. De producten van oxidatieve stress zijn biomarkers van afbraak die we tegenkomen bij heel wat pathologieën zoals diabetes en de ziekte van Alzheimer. Om ze op te sporen willen we een klinische studie uitvoeren bij patiënten met schizofrenie.

Op termijn willen we in samenwerking met de dienst kinderpsychiatrie, die al met deze groep werkt, de aanwezigheid van producten van oxidatieve stress evalueren bij jonge risicopatiënten. Schizofrenie verschijnt immers gemiddeld voor de leeftijd van 30 jaar en vereist een specifieke behandeling waarbij met name kinderpsychiaters betrokken zijn. Een vroegtijdige opsporing van die biomarkers zou ons in staat stellen om de patiënten beter te begeleiden en behandelen in het kader van een preventieve aanpak om de progressie naar degeneratieve vormen te vertragen.
 

“Onze visie op geestesziekten is dus in dit geval ontwikkelingsgericht, wat betekent dat ze zich vanaf de geboorte ontwikkelen en zich soms gedurende het hele leven zeer symptomatisch, chronisch of acuut manifesteren. We willen graag meewerken aan de beweging om ernstigere vormen van schizofrenie op te sporen met behulp van die producten van oxidatieve stress.”


Samengevat is ons project gericht op een betere categorisering van schizofrenie om te bepalen welke patiënten, op welke leeftijd dan ook, het risico lopen op een ernstige vorm van de aandoening en om zo een geschikte behandeling te bepalen.
 

Prof. Pierre Oswald
Directeur van de dienst Psychiatrie van het H.U.B.

Prof. Véronique Delvenne
Directeur van het Universitair Expertisecentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, ULB  
Directeur van de Dienst Psychiatrie voor Baby's, Kinderen, Adolescenten en Jongvolwassenen, H.U.B

Simone Marchini
Psychiatrie voor baby's, kinderen, adolescenten en jongvolwassenen, H.U.B

 

Nuttige bronen