Vaatkramp

Wat is vaatkramp?

Hersenvaatkramp is een frequente en ernstige complicatie na een subarachnoïdale bloeding (SAB) als gevolg van het scheuren van een intracranieel aneurysma. Het wordt gekenmerkt door een langdurige en ernstige vernauwing van de hersenslagaders, waardoor de bloedstroom naar de hersenen vermindert en secundaire herseninfarcten (CVA) kunnen ontstaan.  

Symptomen

De symptomen van vaatkramp kunnen variëren afhankelijk van het aangetaste gebied van de hersenen en omvatten:

  • Ernstige hoofdpijn;
  • Bewustzijnsstoornissen;
  • Focale neurologische stoornissen (verlamming, spraakstoornissen);
  • Verwarring, onrust;
  • Epileptische aanvallen.

De symptomen treden meestal op tussen de 3e en 14e dag na het scheuren van het aneurysma, met een piek in incidentie rond de 7e dag.

Behandeling

Beeldvormingsonderzoeken

Er worden verschillende beeldvormingstechnieken gebruikt om vaatkramp op te sporen en te controleren:

Hersenangiografie: wordt beschouwd als de gouden standaard om vaatkramp op te sporen;

  • Computertomografie (CT) met angiografie (CTA) en perfusie: nuttig om de hersenslagaders en de impact op de bloedstroom naar de hersenen in beeld te brengen;
  • Magnetic resonance imaging (MRI) met angiografie (MRA): een niet-invasief alternatief dat complexer is om te gebruiken bij noodgevallen;
  • Transcraniële dopplerechografie (TCD): een niet-invasieve methode om de snelheid van de bloedstroom in de hersenslagaders te meten, die indicatief is voor vaatkramp.

Medisch traject

Patiënten met vaatkramp worden in het algemeen behandeld door specialisten, met name door middel van neurochirurgie of interventionele neuroradiologie. Het traject omvat:

  • Spoedartsen: de eerste artsen bij wie een patiënt terechtkomt na een gescheurd aneurysma;
  • Neurochirurgen: voor de initiële behandeling van het aneurysma en complicaties;
  • Interventionele neuroradiologen: voor diagnostische en therapeutische procedures met embolisatie van het aneurysma;
  • Neurologen: om neurologische complicaties op te volgen en te behandelen.

Behandelingen

Vaatkramp kan onder meer worden behandeld via:

  • Geneesmiddelen: toediening van calciumantagonisten (nimodipine) om vaatkramp te voorkomen. Hoog bewijsniveau voor preventie, maar beperkt als behandeling;
  • Endovasculaire behandeling: angioplastiek via een ballon, een stent of intra-arteriële injectie van vaatverwijders (nimodipine, papaverine, milrinon). De doeltreffendheid van deze interventies varieert van studie tot studie en ze worden vaak gebruikt bij ernstige, refractaire vaatkramp;
  • Hemodynamische therapie: verhoging van de arteriële druk en het intravasculair bloedvolume om de bloedstroom naar de hersenen te verbeteren. Men is het niet eens over de doeltreffendheid hiervan.

Multidisciplinair overleg

De behandeling van vaatkramp vereist een multidisciplinaire aanpak met regelmatig overleg tussen neurochirurgen, neuroradiologen, neurologen en gespecialiseerde intensivisten om complexe gevallen te bespreken en de behandelingsstrategieën aan te passen.

Opvolging

Het is van levensbelang dat patiënten met vaatkramp na een aneurysma worden opgevolgd. Die opvolging omvat:

  • Regelmatige neurologische controle: om neurologische gevolgen op te sporen en te behandelen;
  • Revalidatie: om patiënten te helpen bij het herstel van verloren functies;
  • Controlebeeldvorming: om de staat van de hersenvaten op te volgen en eventuele recidieven op te sporen;
  • Beheer van risicofactoren: hoge bloeddruk onder controle houden, stoppen met roken enz. om toekomstige vasculaire incidenten te voorkomen.

De opvolging moet worden uitgevoerd door een multidisciplinair team om de langetermijnresultaten van de patiënten te optimaliseren.

Dr Adrien Guenego - Médecin Radiologue - Service de NeuroRadiologie Interventionnelle - H.U.B

Onze specialisten

Dr. Adrien Guenego

Radioloog  
Expert in interventionele en diagnostische neuroradiologie  
Gespecialiseerd in beroertes, cerebrale aneurysma's, AVM's, dAVF's, stenose van de halsslagader, pulserende tinnitus, idiopathische intracraniële hypertensie, vasospasme, retinoblastoom en chronische subdurale hematomen.