Spraak- en taalstoornissen na een beroerte

Ter gelegenheid van de CVA-workshops die worden georganiseerd door de Neurovasculaire kliniek van het Erasme Ziekenhuis – H.U.B. leggen logopedisten Laura Moraldo en Costanza Rollo Collura en neurolinguïst Agnès Brison ons concreet uit welke de implicaties de spraak- en/of taalstoornissen hebben bij patiënten die één of meerdere CVA's hebben gehad. 

Een woord dat op het puntje van je tong ligt ...

Kunt u het verschil uitleggen tussen spraak- en taalstoornissen?

Een verworven taalstoornis (ook 'afasie' genoemd) is een taalstoornis bij patiënten die vóór hun CVA een normale taalontwikkeling hadden. Deze stoornis resulteert in het onvermogen van de patiënt om taal te gebruiken om anderen te begrijpen of om zich uit te drukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ze tast de woordenschat aan, de zinsbouw en zelfs de 'pragmatische' aspecten van communicatie, zoals het begrijpen van humor, impliciete boodschappen, beeldspraak, alles wat ingewikkeld is in de relatie van de patiënt met anderen.

Een spraakstoornis (ook 'dysartrie' genoemd) tast het vermogen van de patiënt aan om de woorden in zijn hoofd uit te spreken, om klanken aan elkaar te rijgen als de zinnen lang zijn of de opeenvolging van klanken complex is (bv. opeenvolging van medeklinkers, gelijkaardige klanken zoals p/b; l/n). Dysartrie is dus een uitspraakprobleem. Het kan ook problemen veroorzaken met betrekking tot het gebruik van de stem.
 

Spraak- en taalstoornissen kunnen beide het gevolg zijn van een CVA of hoofdletsel. Ze kunnen samen of onafhankelijk van elkaar voorkomen.
 

"De meeste patiënten hebben niet alleen een spraak- of taalstoornis. Ze hebben vaak ook andere stoornissen, zoals motorische of cognitieve problemen, die te wijten zijn aan de hersenletsels die het CVA heeft veroorzaakt in verschillende zones van de hersenen. Daarom moet de patiënt multidisciplinaire zorg krijgen."

Welke gevolgen hebben spraak- en taalstoornissen?  Zijn ze onomkeerbaar?

Image
bouche pièces de puzzle - AVC et troubles de la parole et du langage - Hôpital Universitaire de Bruxelles

Meestal leggen we de patiënt uit dat de zones die zijn aangetast niet meer terug zullen gaan werken, maar dat andere zones die voorheen die taak niet vervulden het werk zullen overnemen. Dat noemen we hersenplasticiteit: de hersenen kunnen zenuwverbindingen reorganiseren. Het herstel hangt af van tal van factoren, zoals de locatie en omvang van het letsel, de leeftijd, de motivatie en de aan- of afwezigheid van ruimere cognitieve problemen (geheugen, aandacht enz.).

Voor de patiënt is de impact vooral psychosociaal want de communicatie en interactie met zijn omgeving (zowel persoonlijk als professioneel) zijn heel moeilijk. Dat onvermogen om te communiceren beïnvloedt zijn sociale banden, zijn werk. Het brengt grote frustraties met zich mee, vooral wanneer de patiënt zich bewust is van zijn stoornis en problemen. 

"Patiënten zeggen vaak 'het woord zit in mijn hoofd, maar het komt er niet uit'. Ze hebben echt het gevoel dat het woord op het puntje van hun tong ligt, maar dat ze het toch niet kunnen uitspreken. Dat overkomt ons allemaal wel eens, maar bij afasie gebeurt het soms bij elk woord. Als je daar heel de dag mee moet worstelen, elke dag opnieuw, wordt het al snel extreem frustrerend en kan het leiden tot een vorm van isolatie, een laag zelfbeeld en een impact op het professionele leven van de patiënt."

Ook op de mantelzorgers heeft het een grote dagelijkse impact. Zij moeten veel moeite doen om te begrijpen en interpreteren wat de patiënt probeert te zeggen. Die voortdurende inspanningen kunnen een cognitieve, mentale en vooral emotionele overbelasting veroorzaken voor de mantelzorgers, die ook moeten leren leven met een persoon die niet meer is wie hij vroeger was. 

Image
Homme tête entre les mains, détresse - Troubles de la parole et du langage après un AVC Hôpital universitaire de Bruxelles

"Het risico op een burn-out is reëel en naast communicatieproblemen kunnen taal- en spraakstoornissen leiden tot een verstoorde relatie tussen mantelzorger en patiënt, in de zin dat de rollen worden omgedraaid. De persoon die ooit de steun en toeverlaat van het gezin was, is nu de persoon die verzorgd en geholpen moet worden. Die veranderde dynamiek kan moeilijk zijn om mee om te gaan – er bestaan dan ook praatgroepen om mantelzorgers hierin te begeleiden."

Spraak- en taalstoornissen bij patiënten die één of meer beroertes hebben gehad, vormen ook een uitdaging voor de zorgverleners. Communicatie is ontzettend belangrijk in het revalidatieproces, of het nu gaat om communicatie tussen de zorgverlener en de patiënt, de zorgverlener en de familie van de patiënt of de zorgverleners onderling. Hoe kunnen we iemand helpen beter te worden als we niet begrijpen of verkeerd interpreteren wat hij ons zegt?

Daarom hebben we een hele reeks hulpmiddelen die ons, afhankelijk van de capaciteiten van de patiënt, in de meeste gevallen in staat stellen hem te begrijpen en te beantwoorden aan zijn behoeften. We gebruiken afbeeldingen, geschreven woorden, mondelinge gesloten vragen (ja/nee-vragen), schrijven en tekenen om patiënten te helpen zich uit te drukken en hun frustratie te temperen.
 


"We werken samen met alle therapeuten die betrokken zijn bij het zorgtraject van de patiënt om te zorgen dat iedereen de behoeften van de patiënt zo goed mogelijk begrijpt. We willen situaties vermijden waarin patiënten zich zo gefrustreerd en ontmoedigd voelen door hun onvermogen om zich uit te drukken en begrepen te worden dat ze boos worden en gaan huilen in het bijzijn van de zorgverleners die hen echt willen helpen en zich totaal machteloos voelen."

Welke medische behandelingen zijn er momenteel beschikbaar in het Erasme Ziekenhuis – H.U.B. om spraak- en taalstoornissen te voorkomen/beperken/behandelen (?) bij patiënten die een of meerdere CVA's hebben gehad?  

Bij een CVA moet er zo snel mogelijk worden ingegrepen.

Wat betreft het medisch luik heeft het H.U.B. een CVA-eenheid (Stroke Unit) in de Neurovasculaire kliniek die chirurgische ingrepen uitvoert (trombectomie en trombolyse) om de slagaders vrij te maken en de normale bloedstroom te herstellen zodat de hersenletsels zoveel mogelijk worden beperkt.

Op paramedisch gebied is er het ambulant neurologisch functioneel revalidatiecentrum voor volwassenen (CRFNA) waar een multidisciplinair team van logopedisten, kinesisten, ergotherapeuten, een psycholoog, neuropsychologen, artsen en een maatschappelijk werker de patiënten centraal stellen en nauw samenwerken om zo goed mogelijk te beantwoorden aan hun behoeften en persoonlijke doelstellingen.

In samenwerking met de logopedisten bieden de ergotherapeuten communicatiehulpmiddelen aan, met name in de acute fase, en observeren ze hoe de patiënt het aanpakt, analyseren ze de capaciteiten en beoordelen ze de ernst van de stoornis. Ze stellen ook oefeningen voor, zoals categorieën opstellen, woorden samenvoegen of de fijne motoriek voor schrijven en precieze bewegingen herstellen. Die oefeningen vormen de basis voor een hele reeks activiteiten die zullen worden uitgevoerd met de andere zorgverleners die betrokken zijn bij het zorgtraject van de patiënt. 

Image
docteur, patiente, AVC, rééducation - AVC et troubles de la parole et du langage, Hôpital Universitaire de Bruxelles

De neuropsychologen werken aan de cognitieve functies zoals geheugen, aandacht en concentratie, die cruciaal zijn voor de spraak- en taalrevalidatie.

De kinesisten helpen de patiënten om aan hun houding te werken, want die heeft een impact op hun ademhaling en dus hun spraak.

We hebben ook een eigen psycholoog op de dienst die de patiënten en hun mantelzorgers helpt om emotioneel en mentaal om te gaan met het leven na een CVA.

Ook op de Stroke Unit zijn er logopedisten aanwezig die de patiënten bijstaan in de zogenaamde 'acute' fase, dus wanneer ze net een CVA hebben gehad. Ze beoordelen of de patiënt een slikstoornis heeft, om te bepalen of hij wel of niet kan eten.

Indien nodig worden de patiënten vervolgens opgenomen op de dienst neurologische revalidatie, want zelfs wanneer ze medisch stabieler zijn, hebben ze vaak nog een opvolging in het ziekenhuis nodig. Patiënten hebben ook begeleiding nodig om te leren omgaan met hun autonomieverlies, dat vaak aanzienlijk is in het begin (met name niet kunnen stappen). 

Andere logopedisten volgen de slikstoornissen (dysfagie) op als die niet zijn opgelost, en behandelen de taal- (afasie) en spraakstoornissen (dysartrie). De revalidatie kan dan beginnen.

Wanneer de patiënt tot slot in de chronische fase komt, d.w.z. wanneer hij op middellange of lange termijn moet leven met de stoornissen die door het CVA zijn veroorzaakt, is het aan de logopedisten en neurolinguïsten om te begrijpen hoe het er thuis aan toe gaat en om te zorgen dat de vaardigheden die de patiënten bij hen verwerven ook worden overgedragen naar de buitenwereld. Dat is een belangrijke stap. 

 

Wat kan de patiënt en/of eventueel de mantelzorger thuis doen om opnieuw beter te kunnen communiceren?

De patiënt heeft een rustige omgeving nodig.

"Afasie is geen doofheid, het is gewoon een begripsprobleem. Het heeft dus geen zin om luid te praten of te roepen om te communiceren." 

Patiënten met spraak- en taalproblemen hebben natuurlijk meer tijd nodig om woorden en zinnen te vormen, en het is belangrijk om, ook al is de verleiding groot, hun zinnen niet voor hen af te maken, hen niet te onderbreken, niet te doen alsof je hen begrijpt, want dat is erg infantiliserend en kan hun wil en motivatie om te communiceren tenietdoen. 

Gesloten vragen, die met ja of nee beantwoord moeten worden, zijn een uitstekende communicatietechniek.  Samenvatten of herformuleren is ook heel nuttig voor mantelzorgers die zeker willen zijn dat ze begrepen hebben wat de patiënt wilde zeggen. 

Een patiënt die een CVA heeft gehad, voelt zich tot 2 jaar na het accident extreem moe. Hij heeft dus rust nodig om te herstellen, maar ook om zijn hersenen de tijd te geven om zijn kennis te reorganiseren.

"Vaak vragen de mensen in de omgeving van de patiënt wat ze hem kunnen laten doen, maar de rol van de familie of omgeving is om de patiënt aan te moedigen en te motiveren bij zijn inspanningen om te blijven proberen communiceren. De revalidatie is onze taak. Wat patiënten van hun familie nodig hebben is geduld en zorgzaamheid."


Laura Moraldo, Logopedist
Costanza Rollo Collura, Logopedist
Agnès Brison, Neurolinguïst